-
1 through
adj. doorgaand--------adv. door; stap voor stap tot het eind--------prep. door1 doorgaand ⇒ doorlopend, ononderbroken♦voorbeelden:through passengers • passagiers op doorreisthrough train • doorgaande treinno through road • geen doorgaand verkeer————————♦voorbeelden:get through • erdoorheen komen, slagen; weten over te brengenI will put you through • ik zal u doorverbindensee something through • ergens van begin tot eind bijblijven→ be through be through/, come through come through/ etc.————————1 〈 aanduiding van richting, weg of medium; ook figuurlijk〉 (helemaal) door ⇒ via, langs, over, gedurende♦voorbeelden:did my application get through the board? • is mijn aanvraag door de raad aanvaard?seen through a child's eyes • gezien met de ogen van een kindhe peered through his glasses • hij tuurde door zijn brilget through one's exams • slagen voor zijn examenall through his life • gedurende heel zijn levenI could not speak through the noise • ik kon het lawaai niet overstemmenhe remained calm through the whole trial • hij bleef kalm gedurende heel het proceshe stayed through the summer • hij bleef tot het einde van de zomerwe get our information through the papers • we ontvangen onze informatie via de krantenhe spoke through his representative • hij sprak via zijn vertegenwoordiger -
2 centre
n. centrum, midden, middelpuntcentre1, 〈 Amerikaans-Engels spelling〉 center [ sentə] 〈 zelfstandig naamwoord〉 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉1 midden ⇒ centrum, middelpunt 〈 ook figuurlijk〉; spil, as; 〈 politiek〉 centrumpartij; (zenuw)centrum; haard 〈 van storm, rebellie〉2 centrum ⇒ instelling, bureau4 → centre three-quarter centre three-quarter/♦voorbeelden:centre of gravity • zwaartepunt————————centre2♦voorbeelden:centre line • middellijn————————centre3♦voorbeelden:centre (up)on • zich concentreren opII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 grey
adj. grijs (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilverd (veelvoorkomend in Brits schrift)--------n. grijs (kleur) (veelvoorkomend in Brits schrift)--------v. vergrijzen (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilveren (het haar)(veel voorkomend in Brits schrift)grey1♦voorbeelden:————————grey22 grijs ⇒ bewolkt, grauw4 somber ⇒ treurig, triest6 grijs ⇒ vaag, onduidelijk♦voorbeelden:1 grey cells • grijze cellen, hersenenhis face turned grey • zijn gezicht werd (as)grauwGrey Friar • franciscaangrey squirrel • grijze eekhoorn→ little little/————————grey31 grijs worden/maken ⇒ (ver)grijzen -
4 programme
n. programma, plan, project, op papier vastgestelde reeks van elkaar opeen volgende gebeurtenissen; publieke presentatie; show die op televisie of radio wordt gepresenteerd; geprogrammeerde activiteiten; prospectus, syllabus; computerprogramma--------v. programmeren, plannen; een systeem van werkzame instructies voor een computer (Computers); leveren van een set van vooraf geschreven instructies aan een computer of andere machineprogramme1, 〈Brits-Engels spelling betekenis 3; Amerikaans-Engels spelling alleen〉 program [ proogræm] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 programma(blad/boekje) ⇒ overzicht————————programme2, 〈Brits-Engels spelling betekenis 2; Amerikaans-Engels spelling alleen〉 program 〈werkwoord; programmed〉♦voorbeelden: -
5 catalogue
n. catalogus, (gedetailleerde lijst)--------v. in catalogus brengencatalogue12 (was)lijst ⇒ rits, opsomming————————catalogue2 -
6 favourite
adj. favoriet, lievelings-favourite1♦voorbeelden:————————favourite2♦voorbeelden:¶ 〈 Amerikaans-Engels〉 favourite son • 〈 ongeveer〉 uitverkoren zoon 〈 presidentskandidaat, voorgedragen door delegatie van zijn eigen staat〉 -
7 check
n. onderzoek; rem; ruit; cheque; verificatie, bevestiging; cheque, uitgeschreven bestelling van een partij die de bank gelast een specifiek bedrag aan een andere partij over te maken, betalingsopdracht; geldopdracht; rekening van restaurant--------v. onderzoeken, nagaan, verifiëren, controleren; remmen, stoppencheck1[ tsjek]2 proef ⇒ test, controle4 kaartje ⇒ reçu, bonnetje♦voorbeelden:1 keep a check on someone, 〈 Amerikaans-Engels〉have one's checks upon someone • iemand in de gaten/het oog houdenput a check on someone • iemand intomen1 ruit(je) ⇒ ruitpatroon, geruite stof2 schaak♦voorbeelden:1 keep in check • onder controle/in bedwang houdenwithout check • ongehinderd2 check! • schaak!————————check2♦voorbeelden:1 controleren ⇒ testen, toetsen♦voorbeelden:check over/through the proofs • de drukproeven na/doorkijken♦voorbeelden:check one's hunger • zijn honger stillen -
8 honour
n. eer, eerbied, respect, goede reputatie; integriteit, eerlijkheid; beloning, bekroning, gift; privilege; trots, eer--------v. respect betonen; respecteren, waarderen; bekronen; prijzen; accepteren; een belofte standhouden, respect betonen; respecteren, waarderen; belonen, prijzen; accepteren; belofte waarmakenhonour1♦voorbeelden:she's an honour to her parents • zij strekt haar ouders tot eer1 eer ⇒ hulde, aanzien, reputatie♦voorbeelden:debt of honour • ereschulddo honour to someone, do someone honour • iemand eer bewijzenit does him honour, it is to his honour • het strekt hem tot eerdo someone the honour of visiting him/of a visit • iemand met een bezoek vererenhave the honour to/of • de eer hebben omput someone on his honour • iemand vertrouwenin honour of • ter ere vanin honour bound, on one's honour • moreel verplicht(up)on my honour • op mijn erewoord♦voorbeelden:————————honour21 eren ⇒ in ere houden, eer bewijzen♦voorbeelden: -
9 savoury
n. pikant hapje als voor- of nagerecht; een of twee geurige kruiden van de mintfamilie; buitengewoon kleine geurige struik in Middellandse Zeegbiedsavoury1, 〈 Amerikaans-Engels spelling〉 savory [ seevrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: savouries〉 〈 voornamelijk Brits-Engels〉1 hartig voor/nagerecht ⇒ hartig hapje————————savoury23 eerbaar ⇒ respectabel, aanvaardbaar -
10 counsellor
n. raadgever, adviseur1 adviseur ⇒ consulent(e); 〈 in het bijzonder Amerikaans-Engels〉 (studenten)decaan, beroepskeuzeadviseur -
11 Palaeozoic
Palaeozoic1————————Palaeozoic2 -
12 aesthetic
adj. esthetisch, 〈 Amerikaans-Engels spelling ook〉 esthetic [ ie:sθettik], aesthetical, 〈 Amerikaans-Engels spelling ook〉 esthetical [ ie:sθettikl] 〈 aesthetically〉 -
13 anaesthetic
adj. verdovingsmiddel; slaap middelanaesthetic1————————anaesthetic2 -
14 axe
n. bijl; asaxe11 bijl♦voorbeelden:the plan got the axe from the government • het plan werd door de regering van tafel geveegd————————axe21 de zak/bons geven ⇒ ontslaan, aan de dijk zetten -
15 canvass
n. uitpluizen, onderzoeken, bespreken; (stemmen)werving--------v. uitpluizen, onderzoeken, bespreken; (stemmen)wervingcanvass1————————canvass2♦voorbeelden:2 the candidate is canvassing the slums today • de kandidaat ‘doet’/bewerkt vandaag de achterbuurten3 canvass for a magazine • colporteren voor/leuren met een weekblad -
16 clamour
n. herrie, lawaai, geraas; protest; aanklacht--------n. schreeuwen, tieren; protesteren, zijn stem verheffenclamour11 geschreeuw ⇒ misbaar, getier2 herrie ⇒ geraas, lawaai, leven3 protest ⇒ (aan)klacht; aandrang————————clamour21 schreeuwen ⇒ tieren, lawaai maken2 protesteren ⇒ zijn stem verheffen, aandringen♦voorbeelden:clamour for • aandringen op -
17 colour
n. kleur, schakering--------v. kleuren, vervencolour11 kleur2 verf(stof) ⇒ kleurstof, pigment3 kleurtje ⇒ gelaatskleur, tint♦voorbeelden:change colour • van kleur verschietenlose colour • bleek wordenhave little colour • er bleekjes uitzien¶ let's see the colour of your money • laat eerst je geld eens zien, eerst betalen4 soort ⇒ aard, slag♦voorbeelden:2 clubkleuren ⇒ insigne, lint3 gevoelens ⇒ positie, opvatting♦voorbeelden:2 get/win one's colours • opgesteld worden, meespelen in de ploegtrooping the colour(s) • vaandelceremonie bij het wisselen van de wacht→ false false/————————colour2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
18 cosy
adj. gezellig; huiselijk (warm)--------n. theemuts, eierwarmercosy1, 〈 Amerikaans-Engels spelling voornamelijk〉 cozy [ koozie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: cosies〉1 theemuts————————cosy21 knus ⇒ behaaglijk, gezellig -
19 dishonour
-
20 endeavour
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский